
Bij de tunnel was er nog het probleem van lege en licht beladen schepen, dat ze de bovenkant van de tunnel raakten. De doorvaarthoogte van de tunnel is vrij laag. Lege schepen konden er niet door.
In 1910 werd de bac transporteur in gebruik genomen. Een afzinkbare bak waar lege schepen in konden varen, en door een uitgekiend gebruik van ballast in de bak, kwamen lege schepen zo'n 60 centimeter minder hoog te liggen. Dan konden ze met die bak door de lage tunnel getrokken worden door de sleepboot. Aan de andere kant kon het schip de bak weer verlaten en de reis vervolgen. Aan de noordzijde ligt de kettingsleper op de plaats waar de bak kon liggen. De bak zelf ligt naast de sluis van Escommes aan de zuidzijde.