Sluis III werd in 1917 gebouwd naar ontwerp van ingenieur C.L. Schuller tot Peursum van Rijkswaterstaat.
Omdat ten westen van Tilburg het verval in het Wilhelminakanaal groot was, werd bij de Sluizen I en III gekozen voor een gekoppelde tweetraps-bajonetsluis. Sluis I is in 1972 vervangen door een nieuwe, rechte sluis. Sluis III is daardoor het laatste gave voorbeeld van dit type sluizencomplex.
De schutsluis zelf bestaat uit twee gekoppelde bajonetsluizen. De sluishoofden zijn grotendeels opgetrokken in baksteen, met granieten slagstijlen in blokverband. Ook de hoeken van de deurkassen zijn in graniet uitgevoerd. Aan de ingangszijden zijn de hoofden bovendien voorzien van granieten dekzerken. De overige delen van de sluishoofden zijn voorzien van gietstalen aanslagstijlen.
De sluisdeuren hebben gietstalen halsbeugels die met stangen zijn verbonden aan panamawielen die weer door elektromotoren worden aangedreven.
Het vullen en legen van de schutkolken gebeurt via omloopriolen die in de gemetselde sluiswanden zijn aangebracht: deze zijn af te sluiten met behulp van elektrisch bediende cilinderschuiven. Het totale complex van Sluis III bestaat uit de sluis zelf, het bedieningshuis, een schakelhuis-pompstation , een dubbel woonhuis en tenslotte nog een spuisluis, die in 1940 is aangelegd.
Sluis III is een Rijksmonument omdat het gehele complex nog in oorspronkelijke staat verkeert. Sinds 2017 is de nieuwe sluis gereed en is de oude sluis III met pensioen.