


Het Maasdok was een scheepswerf aan de ingang van de Beatrixhaven. De scheepswerf is verdwenen.
De werf bestond uit een afsluitbare insteekhaven met puntdeuren die de haven kon afsluiten. Een schip werd in de haven gelegd, de deuren gesloten en dan werd er water in het dok gepompt. Hierdoor steeg het water in het dok en kon het schip bovenop de werfsteunen geleid worden. Het water werd dan weer afgelaten naar het kanaal, waardoor de schepen droog kwamen te liggen. Door dit systeem van droogleggen was het regelmatig wegpompen van lekwater zoals bij de Sint Barbarawerf in Maasmechlen, hier niet nodig.
Het dok was zo'n 90 meter lang, en bood plaats voor vier schepen op twee niveau's. De 'langliggers' werden op het hoogste niveau gelegd, zodat schepen die slechts een korte periode droog gezet moesten worden op het lagere niveau werden gelegd. De langliggers konden dan gewoon droog blijven staan, omdat het water slechts ingepompt werd tot de schepen op de laagste niveau's begonnen te drijven.