Moervaart
De Moervaart is een kanaal in het noorden van de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. De Moervaart is 22,42 km lang en verbindt het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Durme. Het kanaal heeft vandaag nog weinig economische betekenis en wordt enkel door de pleziervaart gebruikt. Deze waterloop loopt in Gent voor het grootste gedeelte door Mendonk, Wachtebeke, Moerbeke-Waas en Lokeren. De Spanjeveerbrug is een baileybrug over de Moervaart.
De Moervaart, of vroeger de Moere, werd oorspronkelijk in de Middeleeuwen gegraven door de abdij van Boudelo, aanvankelijk om de afwatering van de alluviale Moervaartdepressie te verbeteren en zo weiland en landbouwgrond te winnen.
Om de moeilijk bevaarbare Zuidlede te vermijden voor het transport van turf, dat in dit gebied gewonnen werd, is ze in de 15e eeuw eveneens bevaarbaar gemaakt. Door de aanleg van het kanaal Gent-Terneuzen in 1825 werd de verbinding verbroken met de natuurlijke bovenlopen: de Poekebeek, en de Oude of Hoge Kale. Ten noorden van de Moervaart bevindt zich een strook zandgrond die gans het Waasland overspant. Hier was eens het Moerewoud met een aanplanting van eiken, beuken en olmen.
Tot 1964 zat er getij van ongeveer 25 cm op de Moervaart, via de Durme en verderop de Schelde. Door de afdamming van de Durme te Lokeren en het verwijderen van de sluis te Rodenhuize tussen de Moervaart en het kanaal Gent-Terneuzen is het waterniveau van beide waterlopen gelijk.
Tot het begin van de 20e eeuw en de aanleg van ontwateringskanalen bleef de streek echter drassig. Momenteel is de streek, de Moervaartdepressie, voornamelijk een landbouwgebied.