Amsterdam Rijnkanaal
Het Amsterdam-Rijnkanaal is een kanaal in Nederland, tussen Amsterdam en Tiel. Het verbindt de Amsterdamse haven met de Waal en is 72 kilometer lang.
In het Betuwepand, tussen de Waal en de Lek, ligt het waterpeil onder normale omstandigheden gelijk met de Lek en fungeert dit pand als rivierarm van de Lek. Dit pand is daarmee ook het hoogst gelegen deel van het kanaal. Bij een waterpeil van 5,55 m +NAP wordt de keerschuif bij de Prinses Marijkesluizen gesloten en fungeert het Betuwepand als een apart vak in het kanaal.
Aan het eind van de 19e eeuw werd het Merwedekanaal, van Amsterdam naar Gorinchem gegraven. Dit kanaal bleek door toenemende aantallen, steeds grotere schepen al snel niet meer te voldoen. In 1931 werd besloten dat het Merwedekanaal vervangen moest worden. Vanwege de crisisjaren en de Tweede Wereldoorlog duurde het nog tot 1952 voordat het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal in gebruik werd genomen. Deze langere, bredere en diepere vaarweg zorgde voor aanzienlijk kortere vaartijden.
Kenmerken
Het kanaal loopt af van zuid naar noord, en het stroomt in dezelfde richting. Water wordt ingelaten bij de Prinses Irenesluizen bij Wijk bij Duurstede en, via het Lekkanaal, bij de Prinses Beatrixsluizen bij Vreeswijk. Dit gebeurt om het kanaal op peil te houden, en het tevens te spoelen. Bij lage waterstanden van de Rijn zet men beide hefdeuren van één schutkolk (gedeeltelijk) open. Bij IJmuiden, waar via de zeesluizen ongewenst zout water binnendringt, wordt gespuid op de Noordzee. Bij hoge waterstanden in de Rijn wordt ook gespuid op het Markermeer. Het IJ fungeert als buffer wanneer er bij hoog water niet gespuid kan worden op de Noordzee.