In het voormalige sluiswachtershuis woont een kunstenaar. De sluis staat regelmatig vol met kunstwerken.
 

Naast de sluis is een vaste overstort, die een overschot aan water kan afvoeren naar het volgende pand.

Naast de sluis is een vaste overstort, die een overschot aan water kan afvoeren naar het volgende pand. Door de extreem korte kanaalpandjes, kan een schutting het pand in waterstand doen steigen. De stuw naast de sluis laat dit te veel aan water vanzelf over de stuw gaan. Bij de sluis is een huis gebouwd voor de sluiswachter.

Naast de sluis is een vaste overstort, die een overschot aan water kan afvoeren naar het volgende pand.
 

Naast de sluis is een vaste overstort, die een te veel van water, of het schutwater van de sluis 1 kan aflaten.
 

Boven de sluis komt het voedingskanaal uit. Deze brengt het opgeslagen water van het stuwmeer van Pannecière naar het scheidingspand om het kanaal naar beide kanten te voeden. Naast de sluis is een vaste overstort, die een te veel aan water naar het volgende pand laat stromen.
 

De tunnel van Mouas is de laatste van de drie tunnels die hier vlakbij elkaar in het scheidingspand liggen. 

De tunnel van Mouas is één van drie tunnels die hier vlakbij elkaar in het scheidingspand liggen. Kenmerkend zijn de gemetselde zijkanten van de doorgraving van het kanaal die tot aan het maaiveld zijn gemetseld. 

De tunnel van Collancelle is één van drie tunnels die hier vlakbij elkaar in het scheidingspand liggen. De tunnelgewelf is allemaal metselwerk. In de tunnel is geen verlichting.

De sluis ligt aan de zuidzijde van het scheidingspand. Hoewel de sluizen aan beide kanten slechts 30 meter lang zijn, is deze sluis wel naar de wat grotere Freycinet maten aangepast.