Krabbend Anker
Een krabbend anker is een term van de nautische navigatie. Een krabbend anker werd in de tijd voor de boegschroef vaak gebruikt om de manouvreerbaarheid bij het achteruit varen gebruikt. Men liet het anker vallen, maar er werd net genoeg ketting gestoken dat het anker net de bodem raakt. Doordat het anker niet volledig op de grond komt, krijgt het onvoldoende grip om "goed te houden". Hierdoor sleept het als het ware over de grond en beinvloed het de voorkant van het schip. Bij het achteruit varen zorgt het krabbende anker dat de kop niet gaan afdwalen waardoor het achteruitvaren vrijwel onmogelijk wordt.
De ervaring van de schipper kwam er aan te pas. Liet deze het anker niet ver genoeg zakken, deed het anker onvoldoende effect veroorzaken. Gaf men te veel ketting, en kwam het anker goed op de grond, dan kreeg het anker grip, en werd achteruitvaren bijna onmogelijk. Door met de lengte van de uitgezette ketting te spelen kon het gewenste effect van het krabbend anker bereikt worden.