De tunnel is gebouwd, maar is nooit voor scheepvaart in gebruik genomen. Het kanaal is voor een groot deel goed zichtbaar in het landschap. Ten noord westen van de tunnel leidt het kanaal naar de enige gebouwde sluis aan deze kant van het scheidingspand.

De tunnel is 1330 meter lang, 10 meter hoog en 7 meter breed. De tunnel is uitgegraven vanuit massive rode zandsteen, en weer opgemetseld met stenen it de steengroves van Châlonvillars en Essert. De ventilatie werd voorzien van 6 verticale schachten tussen de 50en 70 meter diep, met een diameter van 3 meter, op 180 meter van elkaar. Boven de grond werd de schacht door een driemeter hoge ronde muur afgeschermd. De laatste schacht is niet afgewerkt, en slechts een meter of tien diep.