Het Canal du Midi is een 240 km lang kanaal door Frankrijk tussen Toulouse en de Middellandse Zee. Administratief gezien wordt het meer van Thau bij het Canal du Midi gerekend, vandaar dat de lengte van het kanaal ook als 257 kilometer gerekend wordt.
Het loopt door de regio's Languedoc-Roussillon en Midi-Pyrénées. Het kanaal begint bij het meer van Thau aan de Middellandsezee en loopt via de waterscheiding bij Naurouze op 190 meter, naar de gekanaliseerde Garonne bij Toulouse.
Dit kanaal is rijkelijk voorzien van sluizen. Zo zijn er;
Oorspronkelijk was de naam van het kanaal Canal royal en Languedoc. Maar na de Franse revolutie in 1789 heet het kanaal Canal du Midi.
Het idee was om de Middellandse zee met de Atlantische oceaan te verbinden met een waterweg. Hierdoor konden schepen een kortere route varen. De zee route om Spanje heen was lang en gevaarlijk. Het kanaal is samen met het lateraal kanaal van de Garonne en de Gironde de uiteindelijke verbinding tussen de twee zeeën geworden.
De geschiedenis van het kanaal begint omstreeks 1662 als Pierre Paul Riquet een brief schrijft aan Colbert. Hij stelt een kanaal voor om de Atlantische oceaan met de Middellandse zee te verbinden. Omdat Riquet het gebied goed kent, stelde hij dat met het gebruik en omleggen van riviertjes over voldoende water kon beschikken om zo een kanaal te voeden. Hij bouwde op eigen kosten een voedingskanaal om te bewijzen dat hij voldoende water kon leveren voor het kanaal.
Riquet maakt het zelf niet meer mee dat zijn kanaal voor economische groei in het gebied zorgt. Hij overlijdt nog voordat het kanaal volledig voltooid is. Het laatste grote werk waar Riquet nog persoonlijk bij betrokken is, is de bouw van de tunnel Malpas.
Pas nadat het Canal Lateral a la Garonne gereed is in 1855 gaat het kanaal zijn nut laten zien. De verbinding tussen de twee zeeen is daarmee voltooid en goederen kunnen hun weg over de kanalen vinden. De erfgenamen van Riquet zullen nog jarenlang de vruchten plukken van het kanaal.
De ronde sluis van Agde is een ronde sluis vlakbij de zuid Franse plaats Agde. De sluis verbindt het Canal du Midi met de Herault. De sluis is uniek vanwege de ronde vorm waardoor het voor een schip mogelijk is om om te draaien, en vanwege de drie hoofden met elk een ander waterpeil.
De kruissing van de rivier de Libron. Bij de bouw van het kanaal was bij het riviertje de Libron een probleem. Het kanaal lag zo laag ten opzichte van het zeeniveau, dat het onmogelijk was het riviertje met een kanaalbrug onder het kanaal door te leggen. Het riviertje staat vrijwel het hele jaar droog. Slechts bij hevige regenval wil het riviertje water afvoeren.
Het oorspronkelijke kanaal du Midi had bij Beziers een kruissing met de rivier de Orb. Schepen moesten het kanaal verlaten en een stuk over de rivier naar de andere oever naar het vervolg van het kanaal. Bij een sterke stroming van de rivier een hachelijke zaak, want schepen werden met man of paardenkracht voort getrokken.
In 1854 begon de bouw van een kanaalbrug over de rivier heen. Onder leiding van Urbain Maguès, directeur van de werken aan het Canal du Midi, werd er vier jaar gebouwd aan de 240 meter lange kanaalbrug over de rivier.
Er werden aan beide kanten toeleidingskanalen gegraven. Bij de trapsluis van Fonserannes werd 1 van de acht kolken buiten gebruik gesteld, en het nieuwe toeleidingskanaal aan de tweede kolk van de trapsluis gebouwd.
Bij Beziers aan de andere kant van de rivier werden twee nieuwe sluizen gebouwd om het hoogteverschil naar de kanaalbrug te overwinnen. Tussen de twee sluizen werd een haven ingericht.
Sinds 1858 is de scheepvaart over de Orb een stuk eenvoudiger door deze kanaalbrug. De oude doorgangen van het kanaal aan beide kanten van de rivier zijn gesloten. En aan de westzijde zijn een trapsluis en één van de acht kolken van de trapsluis van Fonserannes hierdoor niet meer in gebruik.
Bij Fresquel gaat het op een kort stuk kanaal flink omhoog. De enkele sluis en trapsluis liggen vlak bij elkaar, en maken het mogelijk om met de kanaalbrug over de rivier de Fresquel te varen.
De enige trapsluis met vier aaneen gesloten kolken van het kanaal. Boven de sluis het schilderachtige Castelnaudary.
Vanaf het stuwmeer van Saint Ferreol loopt een 38 kilometer lang voedingskanaal naar het hoogste punt van het kanaal. Pierre Paul Riquet betaalde de bouw van het voedingskanaal zelf. Ter bevestiging dat hij water op het hoogste punt van het nog te bouwen kanaal kreeg.
Onder de brug door is de eerste sluis Bearnais al zichtbaar. Rechts is het korte kanaaltje van Brienne, en links het Canal latèral a la Garonne, de verdere verbinding naar de Atlantische oceaan.