Kanaliseren is het rechttrekken en voorzien van een standaard dwarsprofiel van een natuurlijke waterloop. Daarnaast worden stuwen aangelegd om een voldoende diepgang voor schepen te garanderen. Hierdoor krijgt de waterloop het karakter van een kanaal met een gereguleerd waterpeil. Wanneer alleen het dwarsprofiel wordt aangepast en de rivier wordt rechtgetrokken, spreekt men van normaliseren. In dat geval wordt de loop van het zomerbed vaak vastgelegd met behulp van kribben. Een voorbeeld hiervan is de Waal in Nederland, een genormaliseerde rivier, terwijl de Maas een gekanaliseerde rivier is.
Het kanaliseren van rivieren had als doel scheepvaart mogelijk te maken. Dit kon worden gerealiseerd door de rivier zelf aan te passen voor de scheepvaart, maar ook door laterale kanalen aan te leggen, die parallel aan de rivier lopen. Wanneer een rivier te klein is om als vaarweg te dienen, kan een kanaal worden gegraven dat wordt gevoed met water uit de rivier.
Met deze aanpassingen werden rivieren geschikt gemaakt voor transport over water, wat een belangrijke impuls gaf aan de economische ontwikkeling en infrastructuur van de omgeving.