De Maas is een rivier die in Frankrijk ontspringt op het Plateau van Langres bij Pouilly-en-Bassigny, en door België en Nederland stroomt. De rivier is 950 kilometer lang.
Op het Franse deel van de Maas, is deze gekanaliseerd, en heet het Kanaal van de Maas (Canal de la Meuse, en voor 2003 heette het Canal de l'est branche Nord.) Het loopt voornamelijk als lateraal kanaal langs de Maas. Vanaf Sedan is de Maas zelf bevaarbaar.
Bij Givet en Heer Agimont komt de Maas Belgie binnen. De Maas in Belgie is gekanaliseerd met 13 sluizen en stuwen. De Maas stroomt over 126,6 kilometer over Belgisch grondgebied. Ten zuiden van Maastricht, bij Eijsden komt stroomt de Maas Nederland binnen.
In Nederland zijn er nog 7 stuwen en 6 sluizen. De Maas is vanaf de Sluis van Klein Ternaaien tot aan de stuw van Borgharen bevaarbaar. Na de stuw vormt de Maas de Grensmaas. De Grensmaas is niet bevaarbaar tot aan Maaseik. Daarna kan de rest van de Maas bevaren worden.
Na 's Hertogenbosch gaat de Maas over in de Bergse Maas. Een gegraven kanaal om de Maas van de Waal los te koppelen.
De Maasverbetering of Maaskanalisatie is een project dat plaatsvond gedurende de jaren dertig in het Nederlandse stroomgebied van de Maas. Hierbij werden een groot aantal bochten van de voordien sterk meanderende rivier afgesneden. De Maas werd hierdoor veel beter geschikt voor de scheepvaart en het project voorzag eveneens in een snellere waterafvoer.
In 1904 werd de Maas bij Well afgedamd. Als nieuwe, kunstmatige, Maasbedding werd de Bergsche Maas gegraven, die bij Geertruidenberg op de Amer uitkwam. Het afgedamde traject van Well tot Woudrichem werd voortaan de Afgedamde Maas genoemd. Om scheepvaartverkeer met de Waal mogelijk te maken werd het Heusdensch Kanaal gegraven. Bij Andel werd in de Afgedamde Maas een dam met schutsluis aangelegd.
Op 12 juni 1915 werd een wet aangenomen die voorzag in werken om de scheepvaart op de Maas te bevorderen. De werken zouden de kanalisatie van de rivier van Maasbracht tot Grave omvatten. Bovendien zouden het Kanaal Wessem-Nederweert en het Maas-Waalkanaal worden aangelegd. Deze kanalen werden geopend in 1929 respectievelijk 1927.
Stroomopwaarts van Maasbracht was de Maas een grensrivier met België, en de samenwerking met de Belgen verliep stroef. Daarom werd in 1919 besloten om aan Nederlandse zijde het Julianakanaal aan te leggen en tevens een aantal stuwen te bouwen, namelijk te Borgharen, Belfeld, Sambeek, Grave en Lithoijen. Deze werken werden bekroond met het openen van het Julianakanaal in 1935.
Hierop werd begonnen met het afsnijden van de vele bochten. Dit was zeer ingrijpend voor de diverse dorpen die aan de Maas lagen. De bedding van de rivier kwam ineens aan de andere kant van het dorp te liggen. Een dorp als Alem bijvoorbeeld kwam op een schiereiland te liggen en wisselde in 1958 zelfs van provincie: het werd door Noord-Brabant als onderdeel van de Gelders-Brabantse grenscorrecties van 1958 aan Gelderland afgestaan, omdat Noord-Brabant aan de overzijde van de nieuw gegraven bedding was gelegen.
In 1942 was het werk zover voltooid dat de Beerse Overlaat, die tot dan toe voorzag in periodieke overstroming van een deel van het Maasland bij hoge waterafvoer, kon worden opgeheven.
De Maas ontspringt in Frankrijk te Pouilly-en-Bassigny op het Plateau van Langres, een belangrijke waterscheiding; aan de westkant liggen de bronnen van de Seine en de Marne. Deze rivieren monden uit in het Kanaal bij Le Havre. Aan de zuidkant ligt de waterscheiding tussen de Noordzee en de Middellandse Zee: de bronnen van de Saône liggen op enkele kilometers van de bronnen van de Maas vandaan. De Saône stroomt via de Rhône naar het zuiden. Aan de oostkant ligt de waterscheiding met de Rijn: daar grenst de Maas aan het Moezelgebied.
Bij Troussey loopt de Maas vlakbij de kruissing van het Canal de la Marne au Rhin en het begin van het Canal de la Meuse. Vlakbij ligt het pont canal van Troussey, een kanaalbrug van het Canal de la Marne au Rhin over de Maas. Bij de kanaalbrug ligt een dam in de Maas om water op te stuwen en voor een gedeelte via een voedingskanaaltje naar het Canal de la Meuse te laten stromen.
De Maas in Frankrijk is bevaarbaar gemaakt door het graven van het Canal de l'Est branche nord, wat later het Canal de la Meuse werd genoemd. Het is een lateraal kanaal langs de Maas. Het begint in Troussey waar het aansluit op het Canal de la Marne au Rhin. Bij Euville is de Maas voor het eerst bevaarbaar gemaakt. Een kort stukje rivier tot aan de stuw "des Allemands" bij Commercy, om dan weer met een lateraal kanaal via een sluis verder te gaan. De Maas is hier regelmatig een deel van de vaarweg.
Het Canal des Ardennes is de verbinding met de rivier de Aisne.
Het Canal de la Meuse heeft enkele meanders van de Maas afgesneden. Zo maakt het tunneltje van Revin een korte weg mogelijk. De Maas stroomt helemaal rond Revin, en de tunnel zorgt voor een aanzienlijk kortere route.
De tunnel Ham sur Meuse biedt een kortere weg, de Maas maakt hier een flinke slinger naar de centrale van Chooz. Bij Les Trois Fontaines komt het kanaal weer bij de Maas en stroomt het naar Givet.
In Namur komt de rivier de Sambre bij de Maas. Via de Sambre is Charleroi en het het westen van België over water bereikbaar.
De stuw van Lixhe is de laatste stuw op Belgische grondgebied. Naast de stuw ligt net als in Monsin een waterkrachtcentrale.