
Het Grand Canal du Nord is een door Napoleon Bonaparte gedeeltelijk aangelegd kanaal tussen de Schelde, de Maas en de Rijn. Het was belangrijk om zware goederen uit de Maas- en Rijnvallei sneller en goedkoper naar Antwerpen te kunnen vervoeren.
Al eerder hadden de Spanjaarden gedeeltelijk de Fossa Eugeniana aangelegd van Venlo naar Rheinberg. Napoleon is de overblijfselen nog gaan bezichtigen om te kijken of ze in zijn project pasten, maar uiteindelijk heeft hij hiervan afgezien en een nieuw kanaal laten graven, van Venlo naar Neuss. Dit gedeelte werd van water voorzien door de Niers. Het gedeelte tussen de Schelde en de Maas moest hij echter voeden via een voedingskanaal, want de Dommel en de Aa zouden niet volstaan. Dit voedingskanaal tapte Maaswater af bij Smeermaas en leidde het naar Lozen. Hier wilde hij een Bassin Napoléon laten realiseren voor als de Maas 's zomers te weinig aanvoer bood. De Zuid-Willemsvaart en het kanaal Bocholt-Herentals hebben de verbinding van de Maas en de Schelde uiteindelijk toch tot stand gebracht, een functie die later werd overgenomen door het Albertkanaal.
De noodzaak van het kanaal verdween rond 1810 als Napoleon Holland inlijft bij het Franse rijk. Hij zet zijn broer Louis Napoleon Bonaparte af als koning. Hierdoor kreeg Napoleon controle over de Nederlandse havens, en was het kanaal overbodig geworden. Een derde van het kanaal was al gereed, en de bouw stopte volledig aan het begin van 1811. Na de beeindiging van de Franse bezetting werd het stuk kanaal van Neuss naar Neersen verder afgewerkt, en bevaarbaar gemaakt. Vanaf 1823 werd er kolen over het kanaal vervoerd. Na 1840 werden ook personen over het kanaal gevaren. Met de opkomst van het spoor verdween snel het belang van het kanaal, en werd 1850 gesloten.
Waar de rivier de Erft de Noordervaart kruist stonden de Franse constructeurs voor een moeilijke opgave. Een gedeelte van de rivier moest de Noordervaart voeden terwijl ook de molens aan de Obererft van water moesten worden voorzien. Dat betekende dat de erft dwars door het kanaal zou moeten lopen, zonder dat de dwarsstroming de scheepvaart zou beïnvloeden. De hoofdingenieur en waterbouwkundige Amable Hageau wist hiervoor een oplossing te bedenken. Ten eerste verminderde hij de stroming van de uitmondende rivier door de monding trechtervormig te verbreden. Hij liet aan de andere kant van het kanaal het epanchoir bouwen. Het epanchoir is een stuw en moest de waterstand in het kanaal reguleren en de overtollige hoeveelheid water van de rivier weer doorlaten om de molens draaiende te houden.
De Hageau Promenade is een project wat de loop van het Grand canal du Nord weergeeft zoals het door het dorp zou hebben gehad.
Door het bosrijke gebied rond het Poelvennmeer loopt de bedding van het kanaal, duidelijk zichtbaar vanuit de lucht. Het loopt langs een militaire basis naar het plaatsje Louisenburg. Vernoemd naar de tweede vrouw van Napoleon
Bij Herongen zijn best veel stukken zichtbaar van het kanaal zoals het hier zou komen te lopen. Het sluisje bij Louisenburg is goed bewaard gebleven. Er is een doorgaande weg vlak langs gelegd, maar het sluisje is zichtbaar. Langs de Schlousweg is de bedding zichtbaar, en enigsinds onderhouden. Aan de noordkant maakt het kanaal een flinke bocht om weer naar Venlo te lopen. De bocht is goed zichtbaar op de kaart en vanuit de lucht.
De oversteek van de Maas was in 1811 nog niet gebouwd. Aan de andere kant van de Maas waren ook al werken uitgevoerd. Van Blerick naar Lozen was het werk ook al gevorderd. Bij Lozen zou het Rigole Navigable du Grand Canal du Nord uitkomen. Dit voedingskanaal moest water van vlakbij Maastricht aftappen en naar het hoogste punt van het kanaal bij Lozen voeren.
Van Boekeind naar Nederweert is duidelijk de loop van het kanaal te zien. Er is nu nog steeds hele delen in gebruik als afwatering. De Provinciale weg N275 loopt er parallel langs. De nieuwe grote rotonde ten westen van Maasbree ligt in de lijn van het kanaal. Het kanaal loopt verder naar de rotone N275 en N560. Naar Beringe volgt de weg de loop van het kanaal.
Bij Beringe is het kanaal als Noordervaart rond 1853 verder afgewerkt en aangepast. De Noordervaart sloot in 1853 aan op de Zuid Willemsvaart, scheepvaart was mogelijk naar de Helenavaart. In 1863 werd het kanaal tot aan Beringe bevaarbaar gemaakt. Rond 1878 werd er nog overwogen om de Noordervaart alsnog door te trekken naar de Maas, zoals het oorspronkelijk door Napoleon bedacht was. Het werk is echter nooit verder uitgevoerd.